De bestaande woningen en gemeenschapsruimte in de Schauwegemstraat in Melle zijn een mooi voorbeeld van waardevolle jaren ’70 architectuur. De gebouwen werden opgetrokken in een rationele, maar speelse baksteenarchitectuur met veelvuldige in- en uitsprongen in de gevels en de daken. De compacte woningen zijn bungalows en bezitten dus geen verdieping, ideaal voor de minder mobiele bewoners. De units staan ook in een bepaald verband geschakeld zodat er een semi-publieke rustige straat gecreëerd werd waar sociaal contact mogelijk is zonder dat er zwaar verkeer door raast. De centrale gemeenschapsruimte faciliteert deze ontmoetingen bijkomend en kan ook gebruikt worden voor de buurt zodat de mini-wijk zich ook naar zijn omgeving richt.
Vandaag wordt de wijk verhuurd door het OCMW Melle aan voornamelijk ouderen. De sociale cohesie die de bestaande architectuur faciliteert, bleek (tijdens het volledige traject) heel groot.
Het project stamt uit een tijdperk waar er anders werd omgegaan met energie waardoor er ook anders werd gebouwd. Energie was goedkoop en er werden nog geen vragen gesteld bij de ecologische impact van het verbruik van fossiele brandstoffen. De daken van de woningen en gemeenschapsruimte werden daarom maar minimaal voorzien van isolatie. De muren en vloeren werden zelfs helemaal niet geïsoleerd. De beglazing werd begin jaren 2000 al vervangen door dubbel glas.
Ook werd er geen rekening mee gehouden dat de zomers alsmaar warmer zouden worden met extremere temperaturen en regenbuien. Als gevolg kenden de bestaande woningen, buiten hoge gasfacturen, ook een groot comfortprobleem van oververhitting. Dat heeft niet enkel te maken met een extremer klimaat, maar ook met de structuur zelf. Doordat het dak een lichte structuur van hout bezit (met een lage warmtecapaciteit), warmt deze zeer snel op en kan ze geen warmte bufferen. Er is tevens niet voldoende isolatie aanwezig om een deel van de directe warmte tegen te houden. Bovendien kan door de grote glaspartijen op het westen de zon zeer diep in de gebouwen door dringen, aangezien die dan laag staat. De westenzon die op het einde van een warme zomerdag komt, wordt dan zeker problematisch. De gebouwen zijn dan namelijk al een hele dag aan het opwarmen.
ROBUUST heeft in dit project zowel architectuur, epb-verslaggeving, technieken als stabiliteit verzorgd. Het werd uiteindelijk een totaalrenovatie van de buitenschil, met blijvende bewoning in de sociale woningen zelf. Een uitdaging tijdens de werf, maar met glans volbracht.
In ons ontwerp hebben we de energieverliezen, die voornamelijk via het dak gebeuren, willen tegengaan door het dak voldoende te isoleren. In enkele woningen werd er reeds tussen de balken geïsoleerd, maar zonder dampscherm zodat de kans op inwendige condensatie in het dakpakket groot was. Voldoende bovenop isoleren, heeft dit risico beperkt. Alle nieuwe isolatie is uitgevoerd in hernieuwbare houtvezel. Een materiaal dat het dak ook wat extra thermische traagheid geeft.
Om het dak extra massa te geven zodat het beter de warmte kan bufferen, hebben we de daken ook allen van een groendak voorzien. Het dak wordt zo ook minder bloot gesteld aan weersinvloeden zodat de nieuwe dakafdichting langer mee gaat. De begroeiing zorgt ervoor dat hemelwater wordt gebufferd zodat ongeveer de helft van het afgevoerde regenwater hebben kunnen reduceren. Dit komt doordat het regenwater deels direct verdampt door het langer vast te houden en er water indirect verdampt door de begroeiing.
De gevels van de gebouwen hebben we langs buiten voorzien van een witte laag spuitkurk. Dit zorgt er voor dat de bestaande koudebrugwerking, die zich op vele knopen voordoet, een beetje wordt tegen gegaan en geeft de gebouwen een frissere uitstraling. Aangezien spuitkurk in een dunne laag aangebracht werd, bleef de bakstenen textuur nog steeds zichtbaar in de gevels. De bleke kleur weerkaatst bovendien de zon.
De beste methode om ervoor te zorgen dat in de gebouwen niet teveel warmte binnen komt, is vermijden dat zonlicht rechtstreeks via glas binnen schijnt. Daarom hebben we een open luifel toegevoegd aan de westzijde die voorzien werd van houten lamellen. Zo werd het rechtstreeks zonlicht vermeden, maar werd er wel nog steeds verstrooid licht binnen gebracht. De luifel rond het clubhuis werd gesloten gemaakt zodat deze niet enkel bescherming tegen de zon biedt, maar ook tegen de regen voor de fietsenstalling.
Qua vormgeving van de luifel is er gekozen voor een rechte, verspringende vorm die verder borduurt op de rechthoekige architectuur van de gebouwen. Aangezien de dikte van de houtwolisolatie hoger werd dan de dakopstanden werden deze verhoogd. Door de balken van de houten luifels door te laten lopen over de bestaande bakstenen muren werd een verhoging gerealiseerd die als opstand dient voor de dakkuip. Zo werden de luifels ook visueel verbonden aan de bestaande architectuur. Als afwerking voor zijkanten van de uitspringende daken kozen we voor verticaal geplaatst latwerk als bekroning van de volumes. Dit vormt ook een mooi contrast tussen het horizontaal lijnenspel van de luifels.
Bijkomend hebben we in de tuinen én de semi-publieke straat bomen aangeplant. In de zomer, wanneer deze in blad staan, werpen ze een schaduw op de woningen en clubhuis om samen met de luifel tegen de oververhitting te werken. In de winter verliezen de bomen hun bladeren zodat het zonlicht toch doorgelaten wordt en er zonnewinsten in de gebouwen kunnen ontstaan. De bomen zorgen voor een afkoeling van zijn omgeving en zijn aangenaam om op een warme zomerdag onder te zitten. Ze ontharden bovendien de zone zodat meer regenwaterinfiltratie mogelijk is. Ook de gevels hebben we van verticale geveltuinen voorzien zodat deze mee de omgeving vergroent.
In alle woningen werd ook een sanitaire extractie ventilator toegevoegd, geschakeld op aanwezigheidsdetectie.
Tenslotte heeft het bestaande buitenschrijnwerk veel afgezien van de zon en de regen. Daarom hebben we dit laten herschilderen. Al het buitenschrijnwerk werd ingeolied in een groene tint. Een visuele veruitwendiging van de groene make-over die de woningen kregen.